Ik had altijd goede punten op school. Ik was zo’n typische ‘good girl’, weetjewel.
Toch hebben die goede cijfers en rapporten in combinatie met mijn vaste mindset me lange tijd meer kwaad dan goed gedaan.

Het streelde natuurlijk wel mijn ego, die goede punten en die positieve feedback.

De keerzijde van de medaille was echter, dat ik erg bang was om geen goede punten meer te behalen. Want dan – zo dacht ik – zou ik door de mand vallen, dan zou iedereen zien dat ik toch niet zo slim was en dan zou ik worden afgewezen.
Ik was als de dood om afgewezen te worden dus werd het een doel in mijn jonge leven om goede punten te behalen. Niet omdat de leerstof me zo erg interesseerde, maar omdat ik naar aandacht en erkenning hunkerde. Het is menselijk.

Ik vergeleek mezelf voortdurend met anderen. Ik was namelijk alleen iets waard als ik betere punten had dan mijn klasgenoten. Als ik slechtere punten had, voelde ik me minder waard dan hen.

Dat ego toch.

Een ander kwalijk gevolg van mijn vaste mindset was, dat ik geen hulp durfde te vragen als iets niet lukte. Als ik hulp vraag, weet iedereen dat ik toch niet zo slim ben – zo redeneerde ik met mijn kinderlogica.

Mijn perfectionisme was geboren.

En neen, ik geef hier niemand de schuld van. Zeker mijn ouders niet … want ik weet: ouders handelen altijd met goede intenties. Ouders willen toch alleen maar dat hun kinderen het beter hebben dan zij? Ze doen wat ze kunnen. Het is gewoon wat het is … Ik ben er nu zelfs dankbaar voor want het heeft me gemaakt tot wie ik nu ben.

Dit patroon heeft zich jarenlang doorgezet. Tot vorig jaar probeerde ik de erkenning en liefde van iedereen te winnen door steeds maar te presteren: thuis, op het werk en zelfs in mijn vrije tijd. Ik wilde bewijzen dat ik een perfecte mama, zorgcoördinator en vriendin was. Hulp vragen? Ho maar, dat hoorde niet … ik moest en zou bewijzen aan de buitenwereld dat ik het wel allemaal alleen kon. Alleen dan was ik hun (en mijn) liefde waard, dacht ik.

Ik legde de lat héél hoog, nooit was ik tevreden en ik bleef maar gaan. En als ik er bijna was … dan legde ik de lat nog wat hoger.

Tja.

Op een gegeven moment ontploft de boel natuurlijk. Een mens zou voor minder een burn-out krijgen 😉

Afgelopen jaar heb ik mezelf getraind om een groeimindset aan te nemen – met vallen en opstaan uiteraard. En de vaste mindset komt af en toe nog eens piepen hoor, zo’n patronen uit je kindertijd zijn best hardnekkig.

Maar het is zoveel relaxter nu. Ik mag falen van mezelf. Ik mag het eens wat minder perfect doen. Ik laat me nu helpen en trainen door fantastische mensen. Ik besef dat ik mezelf niet mag vergelijken met anderen, ieder groeit op zijn/haar eigen tempo en dat is oké.

Het gevolg? Ik noem mezelf geen perfectionist meer. Ik wil dat etiket niet meer.

Ik heb bakken zelfvertrouwen gekregen waardoor ik me meer en meer durf te laten zien zoals ik echt ben. De innerlijke onrust is verdwenen. En elke dag zet ik mini-stapjes richting mijn hogere doel! Ik ben eindelijk aan het groeien …

Ik garandeer je: dan kom je zo dicht bij je-zelf en dat geeft zoveel vreugde en voldoening.

En mijn kids, joehoe … die varen er wel bij. Die moeten ook niet meer zo nodig perfect zijn. Het gevolg is dat ze minder naar hun voeten krijgen en dat onze relatie hechter is. Dat ik er meer en meer in slaag hen graag te zien precies zoals ze zijn – ook al tonen ze soms gedrag dat me niet aanstaat …

Ik wens je alvast een fantastische dinsdag en hey … vergelijk jezelf niet met anderen, jij bent helemaal oké, volg je eigen pad hé!

Pin It on Pinterest