De partituren vlogen door de lucht. “Het lukt niet”, weerklinkt het. Zoonlief is saxofoon aan het oefenen. “Het gaat me nooit lukken”, roept hij bijna wanhopig.

Ik voel de wanhoop. Het triggert iets in mij. Namelijk mijn eigen wanhoop als iets niet meteen lukt. En alle daarbij horende gewaarwordingen en gedachten. Zoals ‘ik ben dom‘. Of ‘ik ben niets waard‘.

Herkenning

Heel veel situaties uit mijn kindertijd waarin ik me net zo voelde, passeren in een flits de revue. Zoals het moment dat ik aan het pingpongen ben met mijn beste vriendin. Ze staat voor waardoor ik redeneer dat zij beter is dan ik en ik de moed niet meer kan opbrengen om mij in te spannen. Omdat het toch al verloren lijkt. En dan verlies ik ook daadwerkelijk. Keer op keer. Of die vergadering bij de Scouts waarbij het sjorren niet meteen lukte en ik geen hulp durf te vragen omdat ik denk dat ze mij dan dom gaan vinden.

Dit is nu ongeveer 7 jaar geleden. Ik had geen idéé hoe ik hierop moest reageren. Ik zag het met lede ogen aan hoe weinig zelfvertrouwen mijn zoon had. Toen had ik nog nooit gehoord van mindset 🙂

 

“Ik zag met lede ogen aan hoe weinig zelfvertrouwen mijn zoon had maar had geen idéé hoe ik hierop moest reageren”

 

Mindset-switch

Recent gesprek met zoonlief. ‘Mama, vroeger toen ik opmerkingen kreeg van mijn saxofoonleerkracht, vatte ik dat op als kritiek. Ik dacht dan dat ik niet goed bezig was en nooit een goede saxofonist kon worden. Als ik nu opmerkingen krijg, is dat nog altijd niet zo’n fijn gevoel … maar ik wéét dat als ik rekening houd met wat ze zegt, dat ik steeds beter ga kunnen spelen.’

Als ik zo’n dingen hoor uit de mond van mijn kinderen, ben ik super dankbaar. Maar. ECHT. Gewoon. Super. Dankbaar.

Het getuigt namelijk van een groeimindset. Iemand met een groeimindset wéét dat je beter kan worden in iets als je ervoor oefent, dat fouten maken gewoon echt hoort bij leren en dat succes niet afhangt van je hoeveelheid talent of intelligentie. Iemand met een groeimindset voelt zich niet compleet mislukt of minderwaardig als het even niet lukt.

Natuurlijk is die mindset-switch er niet zomaar gekomen. Er is heel wat veranderd in ons gezin sinds een jaar of vier. Toen kreeg ik een burn-out en ben ik zelf op zoek gegaan naar een manier om minder last te hebben van mijn perfectionisme en faalangst.

De groeimindset heeft mijn leven gered, zeg ik altijd. Ik ben me erin gaan verdiepen, heb me laten trainen en coachen want ik wilde het snappen en leren. Ik merkte na een tijd, dat ik door anders te denken vanbinnen rustiger werd. Ik moest mezelf niet meer zo nodig bewijzen. Ik begon mezelf meer te respecteren. Ik merkte dat ik het niet meer zo verschrikkelijk vond als ik iets verkeerd deed, ik begon écht te leren uit mijn fouten en stond na een probleem of tegenslag telkens weer recht. Daardoor begon mijn leven te veranderen.

 

“Doordat ik het niet meer zo verschrikkelijk vond om fouten te maken, kwam er ruimte om uit mijn fouten te leren”

 

Lang verhaal kort. Doordat ik veranderde en inzicht kreeg in waarom ik het zo verschrikkelijk vond als ik iets niet meteen kon, kon ik mijn kinderen daar op een natuurlijke manier mee helpen.

 

Ik deel graag de belangrijkste sleutels die ons gezin geholpen hebben om met faalangst, perfectionisme en onzekerheid om te gaan.

SLEUTEL 1: JE HERSENS KUNNEN ALTIJD NOG GROEIEN

Het is zeer belangrijk om te weten en te geloven dat je capaciteiten niet VAST staan. Je talenten en intelligentie kunnen GROEIEN. Het is dus niet omdat je nu iets niet kan, dat je het nooit gaat kunnen.

Het is wetenschappelijk aangetoond dat er nieuwe verbindingen worden gemaakt in je hersens als je iets nieuws leert (dat heet neuroplasticiteit). Hoe vaker je voor iets oefent, hoe steviger de verbindingen worden en hoe sneller je het gaat kunnen. Het woordje ‘nog’ is hierbij erg helpend.

Probeer maar eens te zeggen “ik kan het NOG niet“, in plaats van “ik kan het niet”. Voel je dat er daardoor meer perspectief komt, terwijl “ik kan het niet” eerder definitief is?

 

“Je talenten en intelligentie staan niet vast. Ze kunnen groeien!”

 

Uit het leven gegrepen: Dochterlief komt thuis van de gitaarles. Ze is net gestart in het tweede jaar. Ze hebben in de les enkele liedjes gespeeld uit het eerste jaar. “Dat is toch gek, hé, mama”, zegt ze. “Toen ik die liedjes voor het eerst zag, dacht ik dat ik het nooit ging kunnen. Als ik ze nu zie, lijkt het zooooo gemakkelijk.”

Ik kan het niet laten om hier een leermomentje van te maken en vraag haar of ze weet hoe dat komt. “Natuurlijk”, zegt ze, “doordat ik oefende, zijn er in mijn hersens nieuwe wegen gemaakt. En ik heb al heel veel geoefend, dus die wegen zijn steeds breder geworden waardoor ik het steeds beter en sneller kon”.

Dit is een prachtig precedent om te gebruiken in de toekomst als dochterlief het misschien eens niet ziet zitten om te beginnen aan iets omdat het te moeilijk lijkt. Ze heeft hier heel goed inzicht in gekregen door de hersenlesjes en door de herhaalde leermomentjes die ik in het dagelijks leven inlas.

 

SLEUTEL 2: ALS JE GEEN FOUTEN MAAKT, BEN JE NIET AAN HET LEREN

Een fout is geen drama. Al dacht ik daar vroeger een beetje anders over 😉 Vroeger probeerde ik alles te doen om fouten te vermijden.

Vroeger kon ik er dágenlang, wat zeg ik, wéken- en járenlang van wakker liggen als er iets was misgelopen. Ik schaamde me dan diep. Omdat ik dacht dat fouten gelijk stond met iets niet kunnen, ergens niet goed in zijn.

Nu weet ik: een fout is een kans om te leren en te groeien. Dit heb ik zelf echt moeten trainen. Ik heb het honderdduizend keer tegen mezelf moeten zeggen. Ik vind fouten maken nog altijd niet zo leuk, maar mijn eigenwaarde hangt er niet meer van af. Ook omdat ik ondertussen echt weet en geloof dat iedereen sowieso evenveel waard is. Ik heb mezelf getraind om telkens er iets mis liep aan mezelf te vragen “oké, effe niet leuk, maar wat kan ik hier uit leren?”

 

“Vroeger kon ik er dágenlang, wat zeg ik, wékenlang en zelfs járenlang van wakker liggen als er iets was misgelopen.”

 

SLEUTEL 3: HET IS NORMAAL (MAAR NIET ERG) OM BANG TE ZIJN VOOR NIEUWE DINGEN

Als je iets gaat doen wat je nog nooit gedaan hebt, schiet je reptielenbrein wakker. Ik noem het ook wel jouw waakhondje. Dat is het deel van je hersens dat jou in veiligheid wil houden. Het wil niet dat je risico’s neemt. Het wil dat je gewoon netjes in je comfortzone blijft.

Het ding is, dat er een ander deel in jou wél wil groeien, wél wil vooruit gaan, en dat je daarvoor dus dingen moet gaan doen die je nog niet eerder deed. Je hebt dus enerzijds het VERLANGEN naar iets en anders loert daar onmiddellijk de ANGST om de hoek. Het is de kunst om het te herkennen wanneer je reptielenbrein actief is, want dan kan je ermee leren omgaan.

De angst wegduwen is geen goed idee. Denk aan een strandbal die je onder water wil duwen. Die strandbal is de angst. Je duwt die strandbal onder, zo hard je kan, want je wil de angst onderdrukken. Dat lukt misschien wel even, maar zodra je die strandbal even lost, komt die des te harder terug naar boven. Zo is dat ook met angst.

Wat wel werkt, is blijven ademen en de angst in de ogen kijken. Kijken naar hetgeen je bang voor bent. Opschrijven ook wat je diepste angsten zijn. Zo erken je de angst, geef je er aandacht en ruimte aan. En het gekke is … zodra je dat durft te doen … wordt die angst minder bedreigend en allesoverheersend. Je gaat merken dat je dan toch de stappen zet die je te zetten hebt. Je doet het dan gewoon mét de angst.

 

“De angst onderdrukken is géén goed idee. Geef ruimte aan de angst, zo laat je hem vrij”

 

Uit het leven gegrepen: Ik word uitgenodigd om een lezing te geven voor 100 mensen. Onmiddellijk voel ik aan heel mijn lichaam dat ik hier bang voor ben. Mijn hart klopt sneller, mijn ademhaling zit hoger, ik voel de zenuwen in mijn buik, mijn benen trillen en ik begin te zweten. Mijn eerste reactie is “Oh neen, dat doe ik niet”.

Ik heb mezelf getraind om in dergelijke situaties eerst en vooral een paar keer diep in en uit te ademen. Dan begin ik te observeren wat er zich vanbinnen afspeelt. Mijn reptielenbrein is heel actief ,want spreken voor 100 personen, dat heb ik nog nooit gedaan. Daardoor word ik heel bang.

Door de hersenlesjes heb ik goed inzicht gekregen in dit mechanisme. Ik zie het als het ware in mezelf gebeuren, waardoor ik er afstand van kan nemen. Ik ga mijn angst heel bewust voelen in plaats van hem weg te duwen of weg te rationaliseren. Ik maak er als het ware contact mee.

Tegelijkertijd maak ik ook bewust contact met mijn verlangen om zoveel mogelijk mensen te inspireren meer in zichzelf te geloven. En dan ‘zie’ ik het. Het is gewoon een stap die ik te zetten heb. En natuurlijk is dit eng, maar dat is normaal, uit je comfortzone stappen IS. Gewoon. Eng. En guess what? Ik ga gewoon in op de uitnodiging en ik heb de lezing gegeven 🙂

Nieuwsgierig?

Zo. Dat waren ze dan, mijn drie sleutels. Ik heb ze netjes in hersenlesjes gegoten omdat ik er graag zoveel mogelijk mensen mee wil inspireren. Wist je dat ik ouders en leerkrachten train om deze hersenlesjes te kunnen geven, zodat zowel zij zélf als de kinderen gaan groeien in zelfvertrouwen?

Door de hersenlesjes krijg je als ouder of leerkracht een gemeenschappelijke taal om met de kinderen te gaan reflecteren. Gewoon de zaken aangrijpen die in het dagelijks leven gebeuren en stap voor stap de mindset veranderen. Door ermee aan de slag te gaan met de kinderen verandert jouw mindset óók, een echte win-win! Is dat niet ont-zet-tend COOL?

Meer weten over de hersenlesjes? Stuur me gerust een mail of klik hier.

 

Pin It on Pinterest